Cypripedium calceolus Linnaeus

Vrouwenschoentje

F: Sabot de Vénus, Soulier de la Vierge
E: Lady’s-Slipper
D: Frauenschuh

Syn.:

Calceolus marianus Crantz (1769)

Cypripedium boreale  Salisbury (1796) 

Cypripedilum calceolus Ascherson   (1864)

Ety.:

calceolus betekent in het Latijn schoentje, wat verwijst naar de vorm van de lip.

Beschrijving

Plant met lange, kruipende wortelstok. Vaak ontstaan op deze rhizoom meerdere vegetatieve knoppen, waardoor dichte bussels ontstaan van identieke planten. De stengel bevat meestal slechts 2 tot 4 grote bladeren die duidelijk generfd zijn. Ze zijn breed elliptisch van vorm en hebben een spitse top. Bovenaan de stengel bevindt zich meestal slechts één grote bloem die wordt beschermd door een groot bladachtig schutblad. Planten met 2 bloemen aan dezelfde stengel komen wel vaker voor, maar planten met 3 of zelfs 4 bloemen zijn echt zeldzaam. De perianth bestaat uit 4 bloembladeren en is donkerbruin tot roodbruin gekleurd. Twee sepalen zin vergroeid met elkaar.  De dorsale sepaal is omhooggericht en beschermt het zuiltje. De andere bloemdelen zijn teruggeslagen en bevinden zich naast of achter de lip.  De grote, gele lip is tot een schoentje omgevormd en bezit een kleine opening bovenaan waarin insecten kunnen vallen. Aan de binnenkant van de lip bevinden zich stijve haren waardoor het nagenoeg niet mogelijk is voor het insect om langs diezelfde opening weer  naar buiten te kruipen. Helemaal achterin de lip bevinden zich twee lichtere, doorschijnende venstertjes, die de richting aangeven om te ontsnappen. Het insect kan zich met veel moeite naar buiten wurmen en passeert onderweg de stempel en de pollinia.

Variabiliteit

Ondanks het feit dat deze soort zeer uniform is in gans het verspreidingsgebied, zijn er een aantal vormen en variëteiten beschreven zoals

  • forma biflorum planten met 2 bloemen aan de stengel
  • forma triflorum planten met 3 bloemen aan de stengel
  • var. citrinum citroengele perianth
  • var. flavum met gele perianth
  • var. viridiflorum met groengele perianth

Bloeitijd

De soort begint op lage hoogte te bloeien vanaf midden mei. Op grotere hoogte (tot 2.500 meter) kan de bloei pas aanvangen tegen midden juli. De bloeitijd duurt 2 tot 3 weken.

Habitat

De voorkeur gaat naar beschaduwde plekken in naaldbossen (vnl. dennenbossen) of gemengde bossen (vnl. eik, es en hazelaar), in een vegetatie met grassen en kruiden of mossen. Ook in vochtige (moeras)bosjes kan de soort voorkomen. De bodem mag niet te snel uitdrogen tijdens de vegetatieve periode en de bloei en is vaak stenig en lemig. In valleien en op hellingen groeit de plant vaak op de noordelijk geëxposeerde hellingen. In de bergen prefereert deze soort kalksteen.

Verspreiding

Het vrouwenschoentje bestrijkt een enorm verspreidingsgebied dat in het westen begint in Spanje en doorloopt tot in het oosten aan de Japanse zee. In het noorden bereikt het verspreidingsgebied de Noorse kust. 

Gelijkende soorten

Deze soort is niet te verwisselen met andere Europese soorten. In vegetatieve toestand kan men deze soort echter wel verwarren met wespenorchis Epipactis of Turkse lelie Lilium martogon

Opmerkingen

In de commerciële horticultuur wordt deze soort vaak kunstmatig gekruist met Noord-Amerikaanse soorten omdat deze hybriden sterker zijn en dus beter geschikt zijn om in de tuin te houden.

Tekst : Walter Van den Bussche, video : Patrick Mannens,  foto’s : Walter Van den Bussche, Sandra Wilfert, Patrick Denissen, Patrick Mannens, Annick Vogeleer, Liesbeth Van den Haak

Met dank aan de vele fotografen die ons beeldmateriaal bezorgden van deze soort.

Volgende maand : Anacamptis papilionacea

Alle foto’s zijn welkom.  Stuur ze naar secretariaat@semo.vlaanderen.  Alvast bedankt.